Een rustig weekend zonder andere sporten, mede dankzij de regen, is waarschijnlijk een betere voorbereiding voor een marathon over 55 ronden dan het intensive weekend dat ik voor de vorige marathon had. Het ijs is ook een stuk beter en glijdt aardig. Het lukt me ook nu om voorin in het peloton te rijden. Maar ik heb duidelijk meer energie en snelheid, waardoor ik aan ontsnapping kan deelnemen of zelf voorop het peloton naar een kopgroepje te rijden. Als een clubgenoot samen met een andere rijder 100 meter voorsprong heeft rij ik samen als tweede rustig achter nummer een van het peloton die het ook prima vind dat de twee een ronde kunnen pakken. Het lukt ze inderdaad. Ik probeer nog een keer weg te rijden, maar niemand volgt en ik weet, alleen ga ik het nooit redden. Als daarna nog twee rijders een ronde pakken wordt het duidelijk dat het peloton eerder moet af-sprinten. Maar wanneer? bij ronde 11 wordt het duidelijk: bij het rondenbord op 8 gaat de bel voor het peloton. Ik moet me nog haasten om een positie te vinden voor d eindsprint. De 100 meter voor de bel rij ik achter enkele andere rijders buitenom helemaal naar voren, ga goed door de bocht maar op het rechte stuk daarna rij ik nog steeds aan de buitenkant van het sprintende peloton. De laatste bocht wordt ik dan ook binnendoor ingehaald maar gelukkig kan ik de laatste 100 meter weer enkele plaatsen terug pakken. Ik eindig uiteindelijk als negende, 1 plaats achter de rijder die samen met mij op de gedeeld vierde plaats in het algemeen klassement stond. Tijdens de hele wedstrijd verdacht ik die rijder er al van dat ie bezig was zijn klassement positie te houden of te verbeteren. Dat is ‘m dus gelukt, ik sta nu vijfde met één punt verschil. Volgende keer ook maar eens wat meer opletten wie er van het algemeen klassement waar rijd en wat doet in plaats van onzinnig kopwerk te doen.