Na een schaats clinic in Haarlem alwaar ik in twee dagen 294 ronden reed, sta ik aan de start op snel ijs voor een C2 marathon wedstrijd over 40 ronden. Al in de eerste ronden voel ik mijn benen tegenstribbelen. De snelheid is hoog, de vierde ronde gaat in 31.6, mijn snelste ronde van de gehele wedstrijd. Voor de dames in het peloton, waarvan enkele landelijke marathons rijden, is deze wedstrijd een strijd om de Evert Kroon Bokaal. Ze nemen de strijd serieus en zorgen daardoor voor een hoog tempo. Gelukkig wordt er toch nog iets rustiger aan gedaan en zakt het tempo. Ik besluit om me niet te sparen voor de eindsprint en doe met enkele ontsnappingen mee. Door het snelle ijs en de dames die niemand laten ontsnappen, draait de wedstrijd uit op een massa sprint. Drie ronden voor het eind rij ik achter de “andere” SC Gouda veteraan aan naar voren en wetende dat hij en goede sprinter is probeer ik achter ‘m te blijven.
Helaas verlies vlak voor de bel de aansluiting doordat voor mij wat chaos ontstaat als er schaatsen worden aangetikt. Het lukt me nog wel om snelheid te houden, de laatste ronde gaat in 31.9, en ik ga als negende over de finish. Omdat er voor mij iemand over de streep gaat die niet voor het klassement mee rijdt, wordt ik uiteindelijk achtste. Eigenlijk niet slecht na zo’n intensief weekend.