Na een week uitstel door een storm die over Nederland teisterde loop ik in het daglicht rond de ijsbaan in Utrecht om me met rek en strek oefeningen voor te bereiden op een 500 meter, een 1500 meter en een Team Sprint. Zoals ieder jaar is de sfeer bij de Clubkampioenschappen prima. De meeste schaatsers hebben publiek mee genomen en oude bekenden doen mee met de wedstrijd of helpen bij het organiseren. Groot en klein vinden het allemaal even spannend. De wedstrijd spanning die ik vroeger voor een langebaan wedstrijd had is er niet meer. Maar ik moet ik toegeven dat, terwijl ik bij de start van de 500 meter voor de startlijn sta en hoor “Go to the start”, er toch even het gevoel is, nu moet het gebeuren. Helaas, die ene 500 meter per jaar en dan ook nog met veel wind en slecht ijs, is geen succes. Nadat iedereen heeft gereden blijkt mijn tijd 48.67 nog een beetje mee te vallen, van de masters (40+) ben ik de snelste. De 1500 gaat voor mijn gevoel een stuk beter, en alhoewel een tijd van 2:31.82 natuurlijk niet veel voorstelt is het wederom de snelste tijd van de masters. Uiteindelijk ben ik dus, en dat is lang geleden, Clubkampioen (Masters 2020).
Het allerleukste van de Clubkampioenschappen is de team sprint. Er is veel moeite gedaan om teams van gelijk niveau te maken. Daardoor rijdt er in on team een dames D pupil mee. Prachtig om ze zien hoe ze haar uiterste best doet om de eerste ronde een snelle ronde te maken. Ik heb zelden iemand zo op z’n max zien schaatsen en volgens mij vond ze het nog geweldig leuk ook. Ik rij de tweede ronde zo snel mogelijk en ook de twee andere team leden rijden heel snel, maar ik weet zeker dat er maar één teamlid zich honderdtien procent gegeven heeft: de Pupil. Tot slot zie ik vanaf de kant nog een geweldig spannende 3000 meter. Gelukkig was er nog een mogelijkheid om de afgelaste Clubkampioenschappen in te halen, want ik had dit voor geen “goud” willen missen.