Het is vier weken geleden dat ik een marathon reed en ik ben klaar voor een C2 wedstrijd over 40 ronden. Het ijs is zacht en er is wind, samen zorgen ze ervoor dat ontsnappen aan the peloton onmogelijk blijkt. Dus alle ontsnapping pogingen waar ik aan deelneem mislukken. Zelfs en ondanks de aanmoediging die ik van een andere rijder krijg die het probeert. Bij de tussensprint rij ik met de voorste rijders mee in de hoop dat onmiddellijk na de finish een ontsnapping poging wordt gedaan zoals wel vaker het geval is. En ook al wordt er door enkele voorin door gereden, is ook deze poging gedoemd om the mislukken. Het wordt een eindsprint met voor het peloton twee rijders, één met een halve baan voorsprong en één die drie ronden voor de finish ontsnapt en honderd meter voor rijd. Met nog ander halve ronde te gaan rij ik achter de nummer één van het klassement, ik kan in z’n slag blijven. Zo rijden we van positie twaalf langzaam maar zeker naar voren. De laatste vijftig meter lukt het me niet meer om bij te blijven en eindig als zesde van het peloton en dus als achtste in de einduitslag. Dat laatste rondje blijkt achteraf het drie na snelste rondje het hele peloton te zijn geweest.