Na een wat rustigere week sta ik uitgerust, maar met een beetje spierpijn van het tennissen, aan de start voor de C2 marathon. We rijden, samen met de C1 die er zeventig rijden, vijfenveertig ronden. Het is een aardig groot deelnemers veld en het is moeilijk om weg te komen uit het peloton. Ik neem nog wel enkele keren deel aan een ontsnapping maar we komen nooit meer dan vijftig meter voor. Het peloton rijdt gemakkelijk het gat weer dicht. Ergens rond de helft van de wedstrijd, zit ik niet helemaal voorin en valt er een gat doordat een rijder voor mij het tempo niet meer kan bijhouden. Het is de eerste van de twee keer deze wedstrijd dat ik gat dicht rij, want met nog tien ronden te gaan gebeurd het nog een keer. Als net als er op lijkt dat het een massa sprint gaat worden ontsnappen enkele rijders aan het peloton, ik had er achteraf best bij kunnen zitten. Maar op dat moment besluit ik ze te laten gaan. Drie ronden voor het einde rij ik naar voren en zie dat we als peloton steeds dichter bij het ontsnapte groepje komen. Het tempo gaat verder omhoog en terwijl ik denk nog twee ronden te moeten, gaat de bel. Toch de laatste ronde. De kopgroep wordt teruggehaald en er ontstaat een chaos, waardoor we 4 rijden dik door de laatste bocht rijden. Als dan ook nog schuin voor mij iemand zich naar buiten laat “duwen” rij ik bijna tegen de boarding in het niet gedweilde ijs. Het laatste stuk van de bocht en de laatste honderd meter gaan wel snel, ik haal nog rijders in, maar niet op “top speed” en ik eindig als achttiende.