40 ronden op glad ijs en met 65 andere rijders, dat zou best eens een snelle marathon kunnen worden. Na de start rij ik achterin en na enkele ronden besluit ik meer naar voeren te rijden. Dan is te merken dat er aardig wordt doorgereden. Het duurt even voor ik eindelijk ergens bij de eerste twintig rij. Ik ben net klaar met deelname aan een korte ontsnapping poging als er wordt omgeroepen dat bij de volgende doorkomst wordt gebeld voor de tussen sprint. Ik heb het gevoel dat ik mee zou kunnen doen voor een plaats bij de eerste drie, maar ik doe niet mee en wacht op de ontsnapping poging die over het algemeen direct na de finish van de tussensprint zal plaatst vinden. Inderdaad zijn er al snel vier rijders met meer dan vijftig meter voor sprong. Ik besluit er gelijk naar toe te rijden en na twee ronden en met de hulp van een ander die hetzelfde idee had, sluit ik aan. Er wordt omgeroepen dat er een kopgroep van negen rijders is ontstaan, blijkbaar zijn er meer rijders met ons mee gereden naar de ontsnapte vier. Als is achter me kijk om de voorsprong in te schatten, rijden we nog steeds vijftig meter voor het peloton. Het peloton is echter lang gerekt met enkele gaten in the lint. Blijkbaar wordt er flink door gereden om het gat naar ons te dichten. Het duurt dan ook niet lang of we zijn weer bijgehaald en is het wachten op de massasprint. De eindsprint begint al ruim voor de bel. Ik zit voorin maar aan de binnenkant wordt ik met hoge snelheid voorbij gereden. Aansluiten lukt niet en door de vele rijders en de enige mogelijkheid om buitenom de laatste ronde te rijden. De laatste honderd meter verlies ik de aansluiting met een sprinter waar ik achteraan rij, die wordt uiteindelijk tweede. Het lukt om nog wat mensen in te halen en ik ga als zevende over de streep.